De greyhound

 

De Greyhound is een hond van extremen en tegenstellingen. Het is één van de oudste rassen ter wereld, zijn geschiedenis gaat ruim vijfduizend jaar terug. Hij was de hond van de adel maar illegaal ook van de arme man die met stropen in zijn levensonderhoud moest voorzien. Het is het snelste ras dat er bestaat, met snelheden die de 70 kilometer per uur kunnen benaderen. Sneller dan een paard als het op een sprint aankomt. Het is de meest representatieve vertegenwoordiger van de windhonden. Wie kent hem nou niet, al was het alleen maar als ‘hazewindhond’? Toch heeft dit racebeest ook een heel andere zijde, namelijk die van rustige, geduldige en zachtaardige huishond met een voorliefde voor warme plekjes en zachte kussens.

Ras omschrijving
Land van herkomst: Groot Brittannië

Oorspronkelijke taak: hond: Jachthond, racehond
Huidige taak: Gezelschapshond, racehond
Gemiddelde levensduur: 11-14 jaar
Gemiddelde schofthoogte: teven 68 tot 71 cm, reuen 71 tot 76 cm
FCI-classificatie: Groep X (windhonden)

Historie
De geschiedenis van de meest bekende telg uit het windhondengeslacht, de Greyhound, gaat ver, heel ver terug in de tijd. Wellicht is het zelfs de oudste windhond ter wereld. Hoewel als land van herkomst Engeland genoteerd staat, liggen de wortels van de Greyhound in het Midden-Oosten. Afbeeldingen van windhonden zijn onder andere gevonden in de graftomben van Egyptische farao’s, die dateren van meer dan vijfduizend jaren voor het begin van onze jaartelling. De Griekse koning en auteur Xenophon gaf ongeveer vierhonderd jaar voor Christus reeds een beschrijving van de Greyhound in zijn naslagwerk ‘Cynegeticus’. Er wordt verondersteld dat de eerste windhonden afstammen van wilde honden, die leefden in Azië en de landen rondom de Middellandse zee. Door eeuwenlange zorgvuldige selectie ontstond een razendsnelle hond die in staat was snel wild, zoals gazellen en herten, tijdens een achtervolging in te halen. Niet alleen zijn snelheid maakt dat mogelijk, maar ook het feit dat de Greyhound ‘op zicht’ jaagt. De Grey gebruikt dus niet zozeer zijn neus bij de achtervolging van het wild, wat uiteraard veel langzamer gaat, maar zorgt ervoor dat hij zijn prooi binnen zijn blikveld houdt. Over hoe de Greyhound uiteindelijk in Groot Brittannië terecht is gekomen zijn de meningen ietwat verdeeld. De één houdt het erop dat de honden door handelsreizigers zoals de Feniciërs en Grieken meegenomen werden naar Engeland en Ierland. Volgens een andere theorie zijn de Kelten verantwoordelijk voor de import van de Greyhound. Wel is men het er over eens dat het ongeveer vierhonderd tot tweehonderd jaar voor Christus moet zijn geweest dat de eerste Greyhound in Engeland voet aan wal zette. Rond de middeleeuwen verworf de adel het alleenrecht op het gebruik van de Greyhound. Dit werd op schrift gezet in de ‘Welsh Laws and Canute Laws’, die in 1016 werden opgesteld door koning Canut, ofwel Knut de Grote, een Deense koning die van 1016 tot 1035 over Engeland regeerde. Hierin werd het aan het gewone volk verboden windhonden, lopende honden en mastiffs te houden. De naleving van deze wet werd afgedwongen door iedere ‘edele’ hond, die men aantrof in het bezit van een gewone man, te verminken door enkele tenen van zijn voorvoeten af te snijden en de eigenaar soms zelfs te vermoorden. Toch nam menige arme sloeber het risico, want stropen met de snelle Greyhound was vaak het enige dat hem en zijn gezin voor de hongerdood behoedde. Daar had de adel echter niets mee te maken; het wild in de bossen was van hen en als tijdverdrijf werd er lustig op los gejaagd.

Racen
In eerste instantie werden de Greyhounds dus puur voor de jacht gebruikt. Deze jachtpartijen hadden voor de adel echter ook een sociaal aspect. Het schouwspel van de jagende honden was aanleiding tot het afsluiten van fikse weddenschappen. Helaas was de uitkomst niet altijd even duidelijk. Wie was de winnaar als de ene hond het haas opjaagde terwijl de andere als gevolg daarvan de prooi te pakken kreeg? Daarom werden er regels opgesteld en schreef men wedstrijden

uit onder de benaming ‘coursing’. Daarbij werden er steeds twee Greys in het open veld losgelaten op een hert of haas. Dit soort wedstrijden kreeg steeds meer bekendheid en dat leidde ertoe dat in 1776 door Lord Orford de allereerste renvereniging werd opgericht. Dat was overigens niet het enige dat Lord Orford bijdroeg tot de ontwikkeling van de Greyhound. Om nog meer doorzettingsvermogen in de hond te krijgen goot hij er een vleugje Bulldoggenbloed bij. Nadat in de 18e eeuw ook het gewone volk toestemming had gekregen om windhonden te houden werd coursing ongekend populair. Maar omdat deze manier van jagen voor toeschouwers op het open terrein vrij moeilijk te volgen was, ontstond langzamerhand het idee om de jacht te verplaatsen naar gesloten renbanen. Daarbij achtervolgden vier tot acht windhonden een kunsthaas die werd voortgetrokken over een ringvormige renbaan. De eerste race vond plaats in 1876 maar de echte populariteit van de rennen begon pas omstreeks 1925. Eerst werd er geracet op renbanen voor paarden, reden waarom de wedstrijden meestal ‘s nachts

plaatsvonden, als de volbloeden op stal stonden. Later werden er zogenaamde cynodromen aangelegd, renbanen speciaal voor honden. Tot op de dag van vandaag is het in Engeland een geliefde sport, waarbij vaak een gokje gewaagd wordt. Ook in de rest van Europa en Amerika wordt tegenwoordig volop geracet met windhonden. Klik hier om het artikel over de greyhound als renhond te lezen.

Gezondheid en verzorging
De Greyhound is een sterke hond die de voor zijn grootte zeer hoge leeftijd van 12 tot 14 jaar kan bereiken. Heupdysplasie komt binnen het ras niet voor. Dat plaatst de Greyhound in een vrij unieke positie, daar er vrijwel geen ras van enig formaat meer te vinden dat daarop kan bogen. Sowieso heeft de Greyhound weinig te lijden onder erfelijke kwalen. Hemofilie is daarop een uitzondering. Wel kan de Grey overgevoelig zijn voor bepaalde anesthesiemiddelen, iets om rekening mee te houden als er ooit een operatie noodzakelijk zou zijn. Anti-vlooienmiddelen kunnen bij de Greyhound een sterke overgevoeligheidsreactie teweegbrengen. Door zijn bouw loopt de Greyhound een wat verhoogd risico op een maagtorsie. Niet laten rennen vlak na het eten dus. Overigens eten deze atletische types heel wat meer dan hun omvang doet vermoeden. De Greyhound heeft een dunbehaarde huid, die makkelijk beschadigt. Zeker als ze op topsnelheid door het struikgewas scheuren is de kans op verwondingen niet denkbeeldig. Niet alleen aan de huid, maar ook oogbeschadigingen behoren dan tot te mogelijkheden. Verder kan de Greyhound slecht tegen de kou en ook extreme warmte telt hij niet tot zijn lievelingsweertype. Een ligplaats uit de tocht is absoluut noodzakelijk. Met guur weer zie je de Grey nog wel eens lopen met een jas aan. Dat is geen luxe of een modegril maar gewoon omdat de hond het, als hij tenminste niet aan het rennen is, berenkoud heeft met alleen zijn dunne velletje om hem tegen de elementen te beschermen. Een voordeel van die korte vacht is dat de verzorging uiterst simpel is. Het zeer korte en fijne haar vraagt niet meer onderhoud dan af en toe eens lekker masseren met een rubberborstel en wat opglanzen met een zeemleren lap die gelijk de losse haren makkelijk verwijdert.

Uiterlijk
In de tweede helft van de 15e eeuw omschreef Dame Juliane Berners, abdis van Sopewel, de Greyhound in haar boek ‘Book of St Albans’ als volgt: ‘Een Greyhound heeft het hoofd van een slang, de hals van een draak, de voeten van een kat, een rug als een balk, flanken als een brasem en de staart van een rat’. En zo gek is die beschrijving helemaal niet. Het lange, slanke hoofd heeft wel iets van een slang en de lange flexibele nek zie je ook wel eens op tekeningen van draken. De rug is lang, breed en stevig als een betrouwbare balk en als je het haar wegdenkt kun je je het dunne staartsliertje heel goed voorstellen als het uiteinde van een gigantische rat. Alleen dat van die voeten als een kat klopt niet helemaal, die moeten niet rond maar juist vrij lang zijn. De Greyhound is een hoog gebouwde, slanke hond maar wel taai en sterk. Heel zijn lichaamsbouw is afgestemd op snelheid en uithoudingsvermogen. De diepe borstkas biedt ruimte aan grote longen en de opgetrokken buik maakt uitgrijpende bewegingen van de ledematen mogelijk. Niet voor niets is de Greyhound de snelste hond ter wereld. De aerodynamica straalt als het ware van hem af; hij is de

Ferrari onder de honden. Toch ziet niet iedereen de schoonheid van deze straaljager. Er zijn ook mensen die vinden dat die ‘hazewinden’ maar magere scharminkels zijn die hoognodig wat meer te eten zouden moeten krijgen. Maar ongeacht of je zijn schoonheid kan waarderen of niet, het valt moeilijk te ontkennen dat de explosie van kracht en snelheid van een Greyhound op topsnelheid een adembenemend schouwspel is.

Gedrag
In tegenstelling tot wat je zou denken van een ras dat zo op snelheid en beweging gebouwd is als de Greyhound, is het een hond die zich in huis rustig en bedaard gedraagt. Het is zeker geen hyperactieveling of zenuwachtig type. Toch is het een hond die veel beweging nodig heeft en dat kan op problemen stuiten. Er schijnt namelijk een wet te bestaan op grond waarvan het verboden is de Greyhound onaangelijnd mee te voeren. Hij mag dus officieel nergens loslopen, ook niet op plaatsen waar dat aan andere honden wel is toegestaan. Doet u het toch, zorg dan dat de omgeving in ieder geval veilig is, dus zonder wild om achteraan te jagen. Want op het moment dat de Grey een interessant luchtje in zijn neus krijgt snelt hij erachteraan, zonder zich om zijn eigen of andermans veiligheid te bekommeren. Door zijn snelheid is het dan heel goed mogelijk dat hij tegen obstakels of prikkeldraad aanrent met alle beschadigingen en blessures van dien. Maar op een gezapig tempo aangelijnd achter de baas aansukkelen is voor een Greyhound echt niet voldoende. Een goede uitlaatklep voor zijn energie is lopen naast de fiets, trimmen met de baas en natuurlijk uitrazen op één van de diverse renbanen in Nederland of België. Het jachtgedrag zit ‘m in zijn genen en dat wil niet zeggen dat de Greyhound niet of zeer moeilijk opvoedbaar zou zijn. Het is een intelligente hond met een heel behoorlijk leervermogen. Wel is enig geduld op zijn plaats want door een harde hand van opvoeden gaat de Greyhound zich alleen maar onzeker voelen waardoor hij zich zal terugtrekken. Hij moet ten alle tijden zijn baas kunnen vertrouwen en hij kan behoorlijk van slag raken bij onverwachte gebeurtenissen. Voor zijn eigen mensen is de Grey een aanhankelijke, zachtmoedige en prettige kameraad die meestal behoorlijk wat geduld met kinderen heeft, zolang die hem in zijn waarde laten. Het is in huis een kalme en onopvallende verschijning. Hij kan zich erg klein, zelfs bijna onzichtbaar maken, blaft opmerkelijk weinig en zal zich vrijwel nooit opdringen. De Greyhound is

tevreden met af en toe wat genegenheid en een warm plekje om zich op te kunnen rollen, bij voorkeur lekker op de bank. Hij past zich wonderwel aan in kleine ruimtes en kan zonder bezwaar op een flat worden gehouden. Uiteraard dient hij dan wel vaak en lang uitgelaten te worden. Met andere honden kan hij meestal goed overweg, een enkele ruziezoekende reu daargelaten. Meestal stelt hij zich juist wat deemoedig op om dan op het juiste moment weg te sprinten in de hoop dat de andere honden op zijn uitdaging ingaan. Dat er geen hond is die hem bij kan houden (behalve misschien een andere Greyhound) neemt hij daarbij voor lief. Andere huisdieren worden ook geaccepteerd, al blijft het mogelijk dat hij in de verleiding komt het huiskonijn als prooi te beschouwen. Tegenover vreemden is de Greyhound wat afstandelijk. De ene op een onverschillige of zelfs hautaine manier, de andere lijkt wat meer verlegen te zijn. Territoriaal is hij echter niet en hij zal dan ook niet staan te springen om have en goed van de baas te bewaken. Misschien slaat hij even aan, maar dan heeft hij zijn plicht toch wel gedaan. Een Greyhound is echt een hond voor mensen met een sportieve instelling, die veel tijd in de buitenlucht willen doorbrengen. Om dan vervolgens samen met hun hond lekker voor de haard of op de bank neer te ploffen en te genieten van een welverdiende rust.

Ras standaard

Oren:
De oren zijn klein en roosvormig en fijn van samenstelling.

Ogen:
De ogen zijn bij voorkeur donker. Ze staan schuingeplaatst en zijn ovaal van vorm. De blik is helder en intelligent.

Hoofd:
Het hoofd is lang met een matig brede, vlakke schedel en een lichte stop. De kaken zijn krachtig en goed besneden.

Gebit:
De tanden vormen een perfect regelmatig en compleet schaargebit.

Hals:
De hals is lang en gespierd, sierlijk gebogen en goed overgaand in de schouder.

Benen:
De voorbenen zijn lang en recht. De elle bogen staan vrij en goed onder de schouder geplaatst. De midden voeten zijn matig lang en iets schuin naar voren geplaatst. De achterbenen hebben brede en gespierde dijen die een grote voortstuwende kracht tonen. De knieën zijn goed gehoekt. De hakken zijn laag geplaatst en draaien niet naar binnen of naar buiten.

Lichaam:
De schouders zijn schuin en goed naar achteren geplaatst. De toppen komen dicht bij elkaar en zijn scherp afgetekend. De borstkas is diep en ruim. De ribben zijn diep en goed gewelfd en lopen goed naar achteren door. De flanken zijn goed opgetrokken. De rug is tamelijk lang, breed en stevig. De lendenen zijn krachtig en licht gewelfd. De schofthoogte is 68-71 centimeter voor teven en 71-76 centimeter voor reuen.

Voeten:
De voeten zijn matig lang met gesloten, goed gebogen tenen en sterke voetzolen.

Staart:
De staart is lang, tamelijk laag aangezet, stevig bij de aanzet en dun uitlopend naar de punt. De staart wordt laag en licht gekruld gedragen.

Vacht:
De beharing is fijn en dicht. De voorkomende kleuren zijn zwart, wit, rood, blauw, reekleurig, vaalrood of gestroomd. Tevens kunnen elk van deze kleuren in combinatie met wit voorkomen.

Gangwerk:
Het gangwerk is recht en laag uitgrijpend. De stappen zijn groot zodat er veel grond beslagen wordt bij hoge snelheden. De achterbenen komen goed onder het lichaam om aldus grote stuwkracht te geven.